Een eigen horeca-onderneming: Het was al langere tijd de droom van Myra (30) en Daniël (37). Dit weekend waren ze op de proef open en de grand opening staat om de hoek. Maar hoe zijn ze erbij gekomen om een nieuwe kroeg te openen in het pand van het voormalige Graffiti Café? En waarom zaagden ze een stuk uit de bar? De uitbaters van het gloednieuwe Goos geven antwoord op prangende vragen.
Na haar Havodiploma te hebben behaald, wilde Myra eigenlijk de opleiding fotografie doen. “Ik werd helaas niet aangenomen en wist niet goed wat ik dan wel wilde gaan doen, dus ben ik ben fulltime achter de kassa gaan werken in een supermarkt. Ik kwam op verschillende afdelingen te staan. Van de vishoek naar de sigarettenbalie, en uiteindelijk mocht ik belegde broodjes maken. Dat vond ik heel leuk om te doen, dus ging ik op zoek naar iets waar ik de hele dag broodjes kon maken. Dat werd Bagels & Beans, waar ik op mijn 18e de bediening in ging. Toen bedacht ik me voor het eerst dat ik uiteindelijk misschien wel mijn eigen horecaonderneming wilde starten. Na een jaar ging ik ook in ’t Kroegie werken. Dat was heel wat anders natuurlijk, de nachthoreca. Ik vond beiden heel leuk dus heb het lang gecombineerd. Soms stond ik overdag bij Bagels & Beans en ’s avonds bij ’t Kroegie, om vervolgens de volgende dag weer bij Bagels & Beans te werken. Dat was heftig, maar je bent jong en je wilt wat.”
Myra keek ondertussen nog wel naar opleidingen, maar had het gevoel dat het merendeel zich richtte op ‘nette horeca’. “Daar heb ik juist een afkeer tegen, chic hotels en dure restaurants. Ik voel me in dat sfeertje niet op mijn gemak. Ik hou juist erg van de vrijblijvende sfeer, waar je lekker jezelf mag zijn.” Dat er geen ‘smerige kroeg-opleiding’ is, is volgens haar overigens niet heel erg. “De meeste dingen leer je toch het beste in de praktijk, bijvoorbeeld hoe je met gasten die teveel gedronken hebben om moet gaan. Je kan wel met een klasje een rollenspel doen, maar je weet pas echt wat je moet doen als je het een keer meemaakt.”
Daniel ontdekte zijn liefde voor horeca pas op late leeftijd. Hij groeide op in West-Friesland en verhuisde op zijn 21e naar Amsterdam om muziekcompositie te studeren in Hilversum. “Maar zoals zo’n beetje elke muzikant lukte het me niet om er mijn werk van te maken.” Van de klussen als componist kwam hij niet rond en zijn eerste horeca-baantje volgde op zijn 25e. Op een gegeven moment verhuisde hij terug naar Hoorn, waar hij allerhande verschillende baantjes beoefende. Uiteindelijk ging hij bij Loft der Zotheid werken. Op Myra’s eerste dag in de keuken bij Loft kwam ze naast Daniel te staan. “We kenden elkaar al van gezicht en hadden veel gemeenschappelijke vrienden, maar ik kon nooit echt hoogte van hem krijgen. We zeiden elkaar wel eens gedag maar dat was het ook. Toen we samen aan het werk waren in de keuken, schreeuwde hij uit het niets iets raars. Op dat moment dacht ik: “Hey, bij hem kan ik dus ook gewoon lekker gek doen, mezelf zijn”.
Daniel begon op een gegeven moment op maandag een daghap te serveren bij Loft, samen met een vriend van hem. Myra nam dat uiteindelijk over. Myra: “Het was altijd rustig op maandag dus we konden dat makkelijk met z’n tweeën doen. Langzaamaan werd het steeds drukker. We kregen steeds meer een band met de vaste gasten op de maandag, en de gasten ook met elkaar. Mensen schoven bij elkaar aan en raakten in gesprek. Er heerste een heel fijn gevoel van saamhorigheid. Uiteindelijk waren we maandag gewoon volgeboekt en stonden we met vijf man te werken. Het bleef alsnog ‘ons’ avondje. Wij mochten dan restaurantje spelen.“
Na een goed gesprek met een vaste gast begon Daniel zich af te vragen of hij niet toch weer iets anders wilde gaan doen. Hij plantte een zaadje bij Myra: “Wat wij hier nu doen, dat zouden we misschien voor onszelf kunnen doen.” Heel serieus bedoelde hij dat toen nog niet. Maar toen Myra de volgende dag dolenthousiast naar hem toe kwam en een leegstaand pand op het Kerkplein wilde bezichtigen, kwam er ineens vaart in de zaak. Ze schreven een bedrijfsplan en stonden op het punt om te gaan tekenen, toen er helaas toch iets tussen kwam. Echter werd de moed niet opgegeven. Beiden hielden hun ogen open. Myra begon met een nieuwe baan bij de Klinker, terug naar de
nachthoreca, waar ze op de valreep nog heel veel leerde van de eigenaren.
Het pand waar ze uiteindelijk voor kozen was al eerder de revue gepasseerd. Myra: “Echter hadden we eerst totaal geen interesse. Het staat al zolang leeg, we dachten dat dat vast een goede reden moest hebben. Dus keken we naar andere pandjes in Hoorn. Iedere keer moesten we ons concept weer aanpassen aan een nieuw pand. Op iedere locatie werkt iets anders. Kerkplein is echt onze plek. We kennen het hele cirkeltje en ik woon in de Grote Kerk. Van de Hoornse Makelaardij hoorden we dat het voormalig Graffiti Café al een horecavergunning zou kunnen krijgen volgens het bestemmingsplan van de gemeente. Als we voor een nieuw pand een vergunning zouden moeten aanvragen, was de kans dat dat zou lukken klein geweest. Toen zijn we toch maar binnen gaan kijken. We kwamen erachter dat er nog een bovenverdieping bij zat, dat wisten we eerst niet. Daardoor was het een stuk ruimer dan we hadden verwacht. Het was alleen wel lelijk ingericht. Het was allemaal erg bruin en donker en er stond een stripper op de deur geschilderd. Een beetje ordinair.”
Toch zagen de twee er potentie in, en besloten om de knoop door te hakken. Daarna kon het klussen beginnen. Daniel: “We hebben hier en daar een aannemer ingeschakeld voor het ingewikkeldere werk, als leidingen en elektriciteit, maar het meeste hebben we zelf opgeknapt. Met de hulp van vrienden, maar ook van mensen die verder van ons af stonden.” Myra: “We hebben echt uit de meest onverwachtse hoeken hulp ontvangen. Ik zette een oproep voor een schuurmachine op Facebook en binnen no-time had ik er acht. Er waren heel veel mensen bij met wie we eigenlijk nauwelijks contact hebben, maar die toch bereid waren om met van alles te helpen. Ineens stonden we hier een balkje te schuren met iemand die we nooit spreken. Daarvoor zijn we ontzettend dankbaar.”
De naam Goos komt voort uit een onderling grapje. “Toen Daniel en ik samen bij Loft werkten kregen we steeds meer geintjes onderling. Op een gegeven moment noemde hij me ineens ‘goos’, als een afkorting van gozer. Hij bleef me zo noemen en ik bleef hem zo noemen. Ineens noemden al onze collega’s elkaar goos. Iedereen was opeens goos. Toen we een naam moesten bedenken voor het café, werd dan ook vrij snel duidelijk dat het Goos zou moeten heten. Iedereen is namelijk Goos. Iedereen die bij ons over de drempel stapt, is automatisch Goos. Dat saamhorigheidsgevoel dat we tijdens onze daghap hadden ontwikkeld willen we hier ook graag realiseren.”
Er kwam ook een vacature voor Goos online te staan, die massaal gedeeld werd door vrienden en familie, maar ook door werknemers van concurrerende horeca. De gunfactor is volgens Daniel en Myra altijd heel hoog geweest. “We ervaren de andere horecaondernemingen in omgeving ook helemaal niet als concurrenten. Iedereen hier in de buurt helpt elkaar. We zijn hier op het plein natuurlijk ook heel verschillend in onze openingstijden en wat we aanbieden. In de ene tent ga je lunchen, in de andere dineren, bij de een ga je borrelen en bij de ander blijf je tot vroeg in de ochtend.”
Momenteel wordt het Kerkplein verbouwd. In de kerk komt een hotel en een grand café. Myra: “Ik denk dat dit aan het einde van de rit een heel ander plein is. Een soort nieuwe Roode Steen, maar dan met alleen maar zelfstandige ondernemers. Veel persoonlijker.”
Gedurende de verbouwing kwamen de twee creatievelingen met een aantal goede, spontane oplossingen op onvoorziene problemen. Daniel: “We konden bijvoorbeeld geen goede plek vinden om de koffiemachine neer te zetten. We hadden er simpelweg geen ruimte voor. Toen hebben we maar een stuk uit de bar gezaagd. Eerst wilden we ook de kast achter de bar weghalen. Twee dagen later dachten we ineens: Hij is toch eigenlijk wel mooi. Nu staat ‘ie er nog.” Myra: “We hebben heel veel dingen die hier zijn blijven liggen hergebruikt. Er lag ergens nog een nette plank en aan de bar hingen haakjes. Daarmee hebben we een kapstok gemaakt en die hebben we in de muur geschroefd. Voor de rest komen alle meubels van de noppes. Behalve de statafels, die heeft mijn vader zelfgemaakt.”
Goos is vanaf 20 februari elke week van donderdag tot en met maandag geopend van 16:00 ’s
middags tot 2:00 ’s nachts. Op vrijdag en zaterdag blijven ze tot 4:00 ’s nachts open. In het begin worden er voornamelijk borrelhapjes geserveerd. Langzaamaan wordt de menukaart uitgebreid. Uiteraard willen Daniel en Myra uiteindelijk een daghap introduceren. Daniel: “Maandag vonden we altijd een hele fijne dag voor onze daghap. De meeste horeca-tenten blijven ’s maandags dicht. Horeca medewerkers die dan weekend hebben kunnen dan dus haast nergens heen. Daarom hebben wij er juist voor gekozen om op maandag open te gaan. Wij zijn dinsdag en woensdag gesloten, dus het meeste is wel gewoon open op het moment dat wij weekend hebben!”